Huis van de buurt,
thuis in de buurt.

Alina

“Ik wil graag iets bijdragen!’

“Kian heeft me echt goed geholpen”, vertelt Alina enthousiast. “Hij liet me over allerlei vragen nadenken: waar ben je goed in, wat zijn je kwaliteiten, wat voor soort werk wil je doen, wie ben je eigenlijk als persoon? Door de coaching bij De Werkplaats weet ik nu dat ik veel kwaliteiten heb. Meer dan ik zelf wist.” Het resultaat mag er wezen: Alina heeft sinds een paar jaar een mooie baan op een ministerie. Daarnaast zet de alleenstaande moeder zich enthousiast in als vrijwilliger bij De Mussen.

Als 12-jarig meisje zet Alina voor het eerst voet op Nederlandse bodem. Haar ouders sturen haar met een oudere zus mee om zo te ontkomen aan het oorlogsgeweld in Somalië. “We moesten weg, het was te gevaarlijk. Met het gezin van mijn zus kwam ik in een klein dorpje in Zuid-Holland terecht. Ik vond het daar fijn, ik heb me snel aangepast en vrienden gemaakt. Het was een kans”, vertelt Alina met een grote glimlach. “Ik was een blij kind. Door mijn zus werd ik vrij opgevoed. Mijn zus zei: ‘Je weet wat goed is en slecht. Je kent de grenzen.’”

Ander verhaal
In de schakelklas die ze eerst bezoekt, zitten Turkse, Marokkaanse en Somalische kinderen. Iedereen is nieuw in Nederland. “Lezen en praten was gemakkelijk, Somalisch heeft wel hetzelfde alfabet. Maar Nederlands begrijpen was een ander verhaal. Maar je moet je niet schamen, want je leert een taal die niet je moedertaal is. Dus doe gewoon je best. Je voelt je wel zekerder als je een taal kent.”

Daarna doet Alina eerst de mavo en na een tussenjaar gaat ze verder op het mbo. Ze heeft een duidelijke voorliefde voor cijfers. “Altijd als ik nadacht over wat ik wilde doen, dan hoort rekenen daarbij. Ik word nooit moe van rekenen.” Ze woont ondertussen op zichzelf met vriendinnen in Den Haag. “Na het Mbo boekhouden ben ik nog hbo economie gaan doen, maar dat heb ik niet afgemaakt. In de vakantie solliciteerde ik en vond ik werk. Ik houd van werken.”

Via een vriendin leert ze een Somalische man kennen. Na een paar jaar trouwen ze en krijgen twee kinderen. “Het was wel pittig in het begin, maar ik ben altijd blijven werken. Ik had een boekhoudfunctie bij een internationaal bedrijf en werkte eerst 40 en later 32 uur. Het was echt een geweldige baan met leuke collega’s.” Alina voelt zich helemaal in haar element.

Helaas strandt haar huwelijk. “Als er kinderen komen, zijn de vlammen weg. Dan heb je toch andere prioriteiten. Ik was nu in de eerste plaats moeder. Maar beter alleen, dan niet blij.”

Failliet

Dan gaat het bedrijf failliet waar Alina met zoveel plezier werkt. “Ik heb er meer dan tien jaar gewerkt. Ik dacht ‘oh my God’, wat ga ik doen? Ik kan toch niet thuis gaan zitten niksen? Ik was gewend elke ochtend op te staan en naar mijn werk te gaan.”

Alina meldt zich bij het UWV en doet haar best weer een baan te vinden. “Ik werd wel weer aangenomen, maar ik had geen opvang meer. Ik had een jaar thuisgezeten. Via via had ik van De Mussen gehoord. Toen ben ik gaan vragen of zij opvang hadden voor mijn dochters. En of ik mijn kinderen ook voor schooltijd kon brengen, want ik mocht niet te laat op mijn werk komen. Ze maakten voor mij een uitzondering. Dat vond ik echt heel fijn. Ik was zo desperate.”

Ondertussen bevalt de nieuwe baan helemaal niet. “De sfeer was niet goed. Ze zeiden dat ik niet goed functioneerde, maar ze hebben me nooit ingewerkt. Ik was zo gefrustreerd en niet blij. Je wordt daar onzeker van. Ik was blij daar weg te gaan.” Alina vraagt een uitkering aan, maar wil ondertussen niet de hele tijd thuis zitten. “Hoe zou ik mijn tijd besteden? Ik kende De Mussen door de bso en heb aan Hafida van De Werkplaats gevraagd of zij misschien iets te doen had voor mij als vrijwilliger.” Maar Hafida biedt Alina een mentortraject aan. Met mentor Kian gaat ze aan de slag met solliciteren. “Een keer per week had ik een afspraak met hem. Dat was echt goed. Kian besprak dan, waar ben je goed in, wat zijn je kwaliteiten, waar wil je werken? Ik zei altijd dat ik goed met cijfers was, maar ik kan ook goed met mensen omgaan, ik kan goed luisteren. Hij bracht naar boven wie ik was als persoon. Ik leerde wat mij bijzonder maakt. Hij hielp ook bij hoe je moet solliciteren. Dat was in tien jaar tijd erg veranderd. Ondertussen mocht ik bij De Mussen werken, een Stip-baan. Dat was echt geweldig. Ik hou niet van thuis zitten. Vier dagen in de week deed ik administratief werk. Zo heb ik iedereen van De Mussen leren kennen. Het zijn leuke mensen bij De Mussen. Ze willen echt mensen helpen. Vier dagen in de week werk ik op een ministerie en op mijn vrije dag kom ik naar De Mussen. Dan zet ik me in als vrijwilliger, zodat ik mensen kan helpen. Sommige mensen help je met een online inschrijving of als ze problemen hebben met hun verhuurder. Iedereen heeft zijn eigen verhaal.”