Huis van de buurt,
thuis in de buurt.

Lucky

‘Meester’ Lucky van De Mussen

Als klein jongetje van zes stapte Lucky voor eerst over de drempel, maar inmiddels draait de 15-jarige tiener met heel veel plezier mee als vrijwilliger. “Bij De Mussen heb ik geleerd om mezelf te zijn.” Wat Lucky betreft, is dat de allerbelangrijkste levensles die hij heeft opgepikt in de jaren dat hij in het Haagse buurthuis komt.

Lucky (15): “Mijn ouders komen uit Pakistan. Ze emigreerden, omdat ze een nieuw leven wilden opbouwen. Mijn zus, broer en ik zijn allemaal hier geboren. Ik ben de jongste.” Bij zijn geboorte is het even spannend: nadat Lucky met een keizersnee ter wereld komt, moet hij het eerste uur op adem komen in een couveuse. Zijn ouders zijn zo blij dat het goed met hem gaat, dat ze hem de naam Lucky geven. Een naam die perfect past, want Lucky ziet het leven positief in.

 

Trots
De Mussen speelt al lang een hoofdrol in het leven van Lucky. Als klein jongetje van zes gaat Lucky voor het eerst naar club. “Iemand van De Mussen kwam langs op school en toen ben ik ingeschreven door mijn moeder voor de smurfenclub. Het was zo leuk. Bijna elke dag na school ging ik naar club: spelletjes doen, poppenkast spelen, dansen op muziek en pannenkoeken bakken.”

Op school is het voor Lucky een tijdje minder gezellig. “Na groep vier werd ik onzeker. De kinderen scholden me uit voor dikzak en homo. Het was voor het eerst dat zoiets tegen me werd gezegd. Ik was acht en thuis hoorde ik dat soort dingen niet. Ik ben geen homo natuurlijk. Ik dacht waarom doe je dat?

Bij de gym durfde ik me niet om te kleden of te douchen, met al die jongens. Ik schaamde me. Het was wel pittig toen. Ik vind mezelf gewoon normaal, mijn familie vindt dat ook. Maar irritante pestkoppen in de klas dachten: wat doe jij hier, waarom ben je zo enthousiast en doe je zo leuk mee? Ik denk dat ik opviel, omdat ik wel anders ben dan de andere jongens.

Het heeft, denk ik, een jaar geduurd. Gelukkig had ik een vertrouwd persoon op school, die heeft me goed geholpen. Eigenlijk was het maar één persoon en verder waren het meelopers. De pester is zelf eigenlijk onzeker. Als er in groep 7 en 8 wat gebeurde, zei ik gewoon dat ze moesten stoppen. Met degene die het deed, heb ik ook een goed gesprek gehad. Ik zei ‘wat je doet is niet goed. Je kunt mij er niet meer mee kwetsen. Stop maar.’

Ik ben nu zo zeker van mezelf dat ik me er niks meer van aantrek.”

 

Vrijwilliger
“Sinds ik 13 ben, ben ik vrijwilliger. Na school en in de vakanties wilde ik graag wat bij De Mussen doen en dat mocht. Ik houd van socialiseren en ik ben actief. Waarom zou ik de hele dag gaan gamen? Ik hou wel van shoppen, ik ben gek op kleding. Een dagje met vrienden ergens heen is ook leuk. Maar de hele dag thuis zitten met een zak chips en gamen, daar haal ik geen plezier uit.

Ik heb zoveel plezier als ik hier met de kinderen bezig ben, snap je. Dit past bij mij, ik heb er passie voor. Ik heb zelf geen broertjes, maar heb geleerd hoe je met kleuters omgaat.

Toen ik net uit het pesten kwam, had ik nooit gedurfd wat ik nu doe: voor een klas met kleuters staan en hen helpen en begeleiden. De kinderen zien me ook echt als een meester. Ik heb veel geleerd van Jisca, de vrijwilligers coördinator. Hoe je met kleuters moet omgaan als ze bijvoorbeeld driftig zijn. Ik heb met haar een hele goede band.

In de zomervakantie ben ik er om zeven uur. Dan gaan we de dag bespreken, welke leuke dingen doen we? Bijvoorbeeld rond het thema dieren. Elke dag is er een programma: er zijn dansworkshops. We gaan met 90 kinderen naar de kinderboerderij. Er wordt gesport. Ik ben zelf meer van het knutselen. Lekker op Pinterest dingen zoeken. We hebben een keer een slang gemaakt. Of we tekenen of knutselen koeien. Ik houd van creatief bezig zijn.

Ik ben trots op de Schilderswijk en op De Mussen. Kinderen krijgen hier de kans om te delen en te spelen. Ze leren dat je op de wereld bent met een doel.”

 

Geleerd
“Later wil ik graag de zorg in. De opleiding verpleegkundige en dan in de kinderzorg werken, bijvoorbeeld met kinderen met kanker. Of op een medisch kinderdagverblijf. Op mijn kamer staat het op een whiteboard: deze opleiding wil ik gaan doen, dat niveau moet ik hebben en zoveel kost het. Nu doe ik zorg en welzijn, en daarna wil ik mbo en hopelijk daarna hbo doen. Ik heb ook vast een dagje meegelopen in het Juliana kinderziekenhuis.

Ik heb bij De Mussen geleerd om echt mezelf te zijn. En ik heb ook gewoon geleerd om te werken. Ik heb nu een bijbaantje als gastheer bij de Mac. Als ik niet vrijwilliger bij De Mussen was, had ik nooit zo goed kunnen solliciteren. Mijn manager is heel tevreden. ‘Je bent zo goed’, zegt hij. Bij De Mussen heb ik me echt ontwikkeld qua werken. Eerst was ik ook buiten adem als ik een trap opliep, nu is mijn conditie verbeterd. Ik loop hier zoveel trappen. En ik heb geleerd hoe ik moet zorgen. Ik denk dat ik later een hele goede vader wordt. De kinderen kunnen altijd bij mij komen als ze zich niet lekker voelen.

Vorig jaar heb ik een jeugdlintje en een oorkonde gekregen voor mijn vrijwilligerswerk van de gemeente Den Haag. Die hangt boven mijn bed. De Mussen had me ingeschreven. Ze vertelden wel hoe laat ik ergens moest zijn, maar niet wat er ging gebeuren. Het was zo’n verrassing, mijn hartslag ging helemaal omhoog! Ik heb echt geluk gekregen door De Mussen in mijn leven. Het heeft me zoveel gebracht!”

 

Ik ben trots op de Schilderswijk en op De Mussen. Kinderen krijgen hier de kans om te delen en te spelen. Ze leren dat je op de wereld bent met een doel.

Lucky